Deze tekst is een antwoord op deze tweet:
Er zijn verschillende oorzaken waarom leerlingen slecht scoren op wiskunde. Het is belangrijk om te begrijpen dat deze oorzaken vaak complex en onderling verbonden zijn, en dat individuele omstandigheden kunnen variëren. Ik meld hier ook even dat deze tekst tot stand is gekomen door in het verleden veel te lezen (ook wetenschappelijke artikels ) en door ervaring. Dus door de voorkennis die ik heb.
Dit zijn de redenen die bij mij opkomen waarom leerlingen slecht scoren op wiskunde.
1) Leerlingen kunnen minder wiskundig aangelegd zijn.
2) Leerlingen kunnen een gebrek aan begrip van fundamentele concepten hebben: Als leerlingen de basiswiskundige concepten niet goed begrijpen, hebben ze moeite om complexere wiskundige taken op te lossen. Dit kan te wijten zijn aan een gebrekkige instructie in de vroege jaren of een gebrek aan consolidatie van basisvaardigheden.
3) Slechte studiegewoonten: Sommige leerlingen hebben moeite met het ontwikkelen van goede studiegewoonten, zoals regelmatig oefenen, huiswerk maken en tijdig vragen stellen aan leerkrachten. Dit kan leiden tot een gebrek aan voorbereiding en begrip van de lesstof.
4) Angst voor wiskunde: Wiskundeangst is een reëel probleem dat sommige leerlingen ervaren. Het kan hen ontmoedigen om wiskunde te bestuderen en zelfs leiden tot fysieke stressreacties tijdens wiskundelessen of examens.
5) Te weinig ondersteuning thuis: a)Te weinig stimulerende situaties creëren : Wiskunde simuleren kan al op kleuterniveau. bv Tafel dekken....B) Leerlingen hebben vaak ook thuis ondersteuning nodig om hun wiskundevaardigheden te ontwikkelen. Als ouders geen hulp of interesse tonen in het leerproces, kan dit de prestaties van de leerling beïnvloeden.
6) de leraren: Een wiskundeleerkracht kan het leren van de leerlingen belemmeren. Een gebrek aan enthousiasme, effectieve uitleg en ondersteuning kan negatieve gevolgen hebben voor de wiskundeprestaties van de leerlingen.
7) Gebrek aan motivatie: Als leerlingen het nut of de relevantie van wiskunde niet inzien, kunnen ze gedemotiveerd geraken om zich in te zetten voor hun studie. Motivatie speelt een grote rol in het succes op elk gebied, inclusief wiskunde.
8) Leerstoornissen: Sommige leerlingen hebben leerstoornissen, zoals dyscalculie, die het begrip en de beheersing van wiskunde bemoeilijken.
9) Taalbarrières: Voor leerlingen die de instructietaal niet volledig beheersen, kan wiskunde moeilijker zijn omdat het vaak veel specifieke taal en symbolen gebruikt.
10) Gebrek aan praktische toepassing: Als leerlingen geen mogelijkheid zien om wiskunde in hun dagelijks leven toe te passen, kunnen ze de relevantie ervan in twijfel trekken. Daarbij moet men er op toezien dat men eerst de theorie van wiskunde beheerst en nadien meteen kan toepassen.
11) Tijdsdruk en examenstress: Leerlingen kunnen onder druk staan tijdens wiskunde-examens, wat hun prestaties kan beïnvloeden. Sommigen kunnen last hebben van faalangst tijdens toetsen.
12) Teweinig wiskunde leerkrachten: doordat leerlingen teweinig of vaak geen wiskundeles meer krijgen
en tot slot sluiting school tijdens coronacrisis, maar een goede leerkracht had dit ook min of meer onder controle.
